Van de ongeveer 1500 vlindersoorten die er in
Nederland voorkomen, zijn er zon 65 waarvan bekend
is dat ze trekken. Zowel-dagvlinders als
nachtvlinders (zoals pijlstaarten, uiltjes en
motjes vertonen trekgedrag eind april komen de
eerste beestjes uit midden-, oost-en noord-Afrika,
Azi� en zuid-Europa in Nederland aan. Ze zoeken
een part�ner en krijgen nakomelingen, die van
september terugvliegen.
De prestaties van de diertjes grenzen aan het
ongelooflijke. Zo vliegt de oleanderpijlstaart, slechts acht centimeter groots in
een dag of vier van centraal Afrika naar Europa en
hij wordt soms zelfs in Nederland aangetroffen.
Ruim 7000 kilometer aan ��n stuk doo. Het is
bekend dat deze pijlstaartvlinder snelheden tot
honderd kilometer per uur kan bereiken. Vlinders
trekken niet in formaties zoals vogels doen. Het
is een ongeorga�niseerde �bende �zonder
leiders.��
Wellicht gaan vlinders aan de trek omdat er te veel op een plaats tegelijk zitten, zoals bladluizen vleugeltjes krijgen als een plant overbevolkt raakt.
Ook onduidelijk is hoe de vlinders zich ori�nteren. Wellicht volgens de richting van het aardmagnetisch veld. zoals een kompas dat doet.